Aanpassingsstoornis

Wat is een aanpassingsstoornis?

We moeten ons vaak aanpassen in het leven, dit maken we soms wel dagelijks mee. Op je werk dien jij je vaak aan te passen (flexibel te zijn), maar ook als je gaat verhuizen of wanneer je een kindje krijgt. Het leven wordt ineens heel anders en dat heeft invloed op je gedrag. Maar soms hebben we er moeite mee om ons aan te passen. Er zijn mensen die psychische klachten overhouden na een ingrijpende gebeurtenis of een verandering. Ook bij een stressvolle situatie kan dit optreden en dan spreken we van een aanpassingsstoornis. Soms denken mensen dat hiermee wordt bedoeld dat iemand onaangepast (niet sociaal) is, maar zo is het niet. Iemand heeft er gewoon moeite mee om zich op emotioneel gebied aan te passen aan de situatie zoals die nu is, om welke reden dan ook. Vaak gaat het binnen zes maanden wel beter, maar het gaat er om dat de bron van stress snel weer verdwenen is zodat de klachten dan ook af kunnen nemen. Dit is meestal na die zes maanden. Het kan zijn dat het langer duurt, het kan ook chronisch zijn (bijvoorbeeld wanneer je partner of je kind langdurig ziek is). Het is chronisch wanneer de aanpassingsstoornis langer dan zes maanden duurt.

Symptomen aanpassingsstoornis

De aanpassingsstoornis kan zich op diverse manieren uiten. Mensen kunnen somber zijn, maar men kan ook erg moe zijn of ergens ineens geen interesse meer in hebben. Als dit zo is dan wordt er gesproken over een aanpassingsstoornis met een depressieve stemming. Er zijn ook andere depressieve kenmerken die dan tot uiting kunnen komen. Hierbij kan er gedacht worden aan gebrek aan eetlust, maar ook aan slaapproblemen. Wanneer de angst het hoofdsymptoom is dan kan het ook een aanpassingsstoornis met angst zijn. Er kan ook een combinatie ontstaan van angst en depressie. Bij de aanpassingsstoornis kan iemand ineens heel ander gedrag gaan vertonen. Iemand kan agressief zijn maar ook continu ruzie zoeken of roekeloos rijden.

Ontstaan van de aanpassingsstoornis

Je kunt een aanpassingsstoornis krijgen door een verandering of een gebeurtenis die stress veroorzaakt. Het vraagt een bepaalde aanpassing van je en daar moet je dan wat aan doen. Welke klachten je krijgt is afhankelijk van hoe je omgaat met de verandering. Als je klachten krijgt wil dat niet zeggen dat je zwak bent, maar er zijn wel veel factoren die er een rol in kunnen spelen hoe je met een gebeurtenis of een verandering omgaat. Hoe dat je ergens over denkt speelt ook een belangrijke rol bij het ontwikkelen van een aanpassingsstoornis. Het kan zijn dat je negatief denkt over een situatie en dat je dit vol blijft houden. Het kan ook zijn dat je jezelf gaat onderschatten. Mensen kunnen zich ook hulpeloos voelen en daardoor last krijgen van de aanpassingsstoornis. Je kunt ook veel verdriet hebben en hier in blijven hangen, dat kan ook zorgen voor de aanpassingsstoornis. Het is van belang dat je praat over veranderingen, maar dat wil niet zeggen dat je kunt voorkomen dat je een aanpassingsstoornis krijgt, iedereen is anders en de een is gevoeliger dan de ander.

Problemen oplossen bij de aanpassingsstoornis

Het kan zijn dat mensen niet over de juiste vaardigheden bezitten om met veranderingen om te gaan. Er zijn veel manieren hoe je met een probleem om kunt gaan. Sommige mensen zijn altijd zelf op zoek naar oplossingen en anderen zoeken juist steun bij anderen. Er zijn ook mensen die afleiding zoeken. Er is niet een standaard manier om hiermee om te gaan, we hebben daar allemaal een eigen manier voor. Als je op zoek bent naar verschillende manieren om met een probleem om te gaan, dan is dat vaak de beste keuze. Je hebt allemaal verschillende situaties en die vragen allemaal wat anders van je. Je kunt niet altijd afleiding zoeken want als je gaat verhuizen dan moet je inpakken en dus flink aanpakken, dat kun je niet allemaal aan anderen overlaten. Je kunt als iemand heel ziek is wel steun zoeken bij anderen, maar anderen lopen er voor weg als je altijd over problemen en ziekte praat. Anderen kunnen niet voor jou beslissen of je je aan gaat passen en hoe je dat gaat doen. Bij de een heeft het nou eenmaal meer tijd nodig. Stel je voor dat je partner ziek is, dan wil je thuis zijn om je partner te verzorgen, maar je bent vaak ook op zoek naar steun van anderen om even je verhaal kwijt te kunnen. Daarnaast wil je ook wel eens wat afleiding en tijd voor jezelf zodat je even kunt ontspannen en dan even aan jezelf kunt denken.

Ernstig of niet, een aanpassingsstoornis?

Als je een aanpassingsstoornis hebt dan is dat vaak erg vervelend en het kan ingrijpend zijn voor jou en je omgeving. Het kan zijn dat je de dagelijkse dingen niet meer allemaal kunt doen. Er zijn mensen die erge klachten hebben, maar er zijn ook mensen die er niet zoveel last van hebben, slechts een aantal weken, omdat het vanzelf overgaat bij milde klachten. Maar wanneer de aanpassingsstoornis samen gaat met een depressie of met angst dan kan het wel eens wat langer duren. De bron, de veroorzaker, moet worden aangepakt en dan is het einde sneller in zicht en verdwijnen de symptomen. De stress kan soms lang aanhouden en dan worden de klachten er ook niet milder op. Sommige mensen komen er zelf uit. Anderen hebben hulp nodig zodat ze in gaan zien dat er nog wel gezellige dingen zijn in het leven, die de moeite waard zijn en waar zij zich op kunnen richten. Soms moet je je bij een situatie neerleggen en is het niet anders, dit kan vervelend zijn en ook daar moet je aan wennen. De aanpassingsstoornis kan daarom erg lastig zijn en bij de een uit deze aandoening zich heftiger dan bij de ander, maar er dient vooral naar gekeken te worden wat je er samen aan kunt doen en hoe je voor de ander met de aanpassingsstoornis het leven meer leefbaar kunt maken, zodat het snel wat beter zal gaan.

Aanpassingsstoornis

Wat kun je doen aan de aanpassingsstoornis?

Soms gaat de aanpassingsstoornis niet over en moet je overwegen om naar de huisarts te gaan. Als je zelf niet in de gaten hebt wat er met je aan de hand is, kan de omgeving je wellicht adviseren om hulp te zoeken. Sommige mensen hebben er een depressie naast en zijn angstig en dan kan het leven erg lastig zijn, ook voor de omgeving. Er kan dan met de huisarts overlegd worden wat er aan gedaan kan worden. Vaak word je naar een psycholoog of maatschappelijk werk doorverwezen, zodat je samen kunt kijken hoe en wanneer het probleem is ontstaan, wat je er aan kunt doen en hoe je het kunt doorbreken. Het is belangrijk dat diegene met een aanpassingsstoornis ook in gaat zien dat het zo niet langer kan en dat er wat aan gedaan moet worden.

Doe wat aan de aanpassingsstoornis

Iemand met een aanpassingsstoornis moet zelf in gaan zien wat er gebeurt en moet dit aanpassen, dat klinkt vaak eenvoudig, maar steun uit de omgeving is hierbij zeker van belang, zo niet noodzakelijk! – Ga na wat de oorzaak is en probeer hier dan mee om te leren gaan. – Zorg dat de stressfactor wordt weggenomen. – Anderen kunnen je vaak helpen, zoek steun bij hen en zoek ook hulp zodat zij je kunnen adviseren in hoe je een situatie goed aan kunt pakken. – De huisarts kan adviezen geven als je er niet uit komt en je eventueel doorverwijzen naar andere hulp. – Zorg dat je stress gaat vermijden. – Slaap goed want rust heb je nodig. – Zorg dat je leuke dingen gaat doen zodat je even kunt ontspannen – Het is soms prettig en verhelderend als anderen met je meekijken naar en meedenken over jouw situatie, zie dit niet als bemoeizucht. Jij zelf bepaalt wat je met de hulp doet.

Adviezen bij de aanpassingsstoornis

Het is belangrijk dat je vooruit blijft kijken. Soms zijn er hindernissen die we nu eenmaal moeten nemen, maar aan het einde is altijd weer zon waar we naar toe werken. Je kunt niet alles aan zien komen, maar er zijn soms ook veranderingen waar je zelf voor gaat kiezen. Verhuizen, nieuw werk, een kind, allemaal dingen waar je zelf een keuze voor hebt gemaakt, maar dit kan ook een aanpassingsstoornis veroorzaken. Het zijn flinke veranderingen, maar hier kun je wel aan wennen. Leef er naar toe, zorg dat je beetje bij beetje inzicht gaat krijgen in wat er gaat veranderen: – Maak visueel wat er gaat veranderen. – Noteer wat er gaat veranderen. – Vergelijk het nu met de toekomst, schrijf op wat er hetzelfde is en wat er anders zal zijn. – Bespreek met anderen hoe het is om een grote verandering te doorstaan. Je kunt veel van anderen leren, want misschien hebben zij ook een aanpassingsstoornis gehad bij een verandering, en hier kun je dan samen over praten. Het is een goede keuze als je jezelf goed voor gaat bereiden op een grote verandering, zodat je beetje bij beetje jezelf de tijd geeft om hier aan te wennen. Praat veel over de aanstaande veranderingen, praten helpt echt!